Extra ondersteuning
Voor leerlingen die meer nodig hebben dan de basisondersteuning, is er in Amsterdam een dekkend netwerk van voorzieningen voor extra ondersteuning.
Onderwerpen
Onderwijsadviseurs
Sommige leerlingen hebben moeite de juiste school te vinden, of ze hebben behoefte aan extra ondersteuning en begeleiding. De onderwijsadviseurs van het Samenwerkingsverband helpen scholen daarbij. De onderwijsadviseurs zijn voor scholen, ketenpartners en ouders toegankelijke, kritische sparringpartners die op een laagdrempelige manier hun kennis delen over het Amsterdamse onderwijsveld, over ondersteuningsmogelijkheden, over maatwerk en over wet- en regelgeving.
Ontwikkelingsperspectiefplan
Voor leerlingen die meer nodig hebben dan de basisondersteuning, zijn scholen verplicht om een ontwikkelingsperspectiefplan (OPP) op te stellen. Door het opstellen van een OPP is er een heldere planning, het zorgt voor sturing en je werkt samen naar het gestelde doel. School evalueert dit plan samen met de leerling en de ouder(s).
Kleinschalig ondersteunend onderwijs
Wat is kleinschalig ondersteunend onderwijs?
Onder het kleinschalig ondersteund voortgezet onderwijs vallen 4 scholen en speciale klassen; De Apollo, Iedersland College, Tobiasschool en Hogelant en de Special Class van Metis Montessori Lyceum. Dit zijn kleinschalige, reguliere middelbare scholen met extra ondersteuningsmogelijkheden. Deze scholen werken met kleine groepen, variërend van 15 tot 18 leerlingen. Bij de praktische vakken zijn dit vaak nog kleinere groepen. Op alle scholen heeft de mentor een belangrijke rol. Hij heeft dagelijks contact met zijn leerlingen. Deze scholen hebben een uitgebreid ondersteuningsaanbod dat zich richt op de didactische, sociaal-emotionele en gedragsmatige ontwikkeling van leerlingen.
Voor wie is kleinschalig ondersteunend onderwijs?
Alle leerlingen die structurele ondersteuning nodig hebben op sociaal emotioneel gebied en het op het gebied van gedrag. De ondersteuning is gericht op hulp bij schoolse vaardigheden zoals plannen en organiseren van schoolwerk, hulp bij ernstige leerproblemen, en aandachtsproblemen. Bij de leerling is vaak sprake van een diagnose op gedragsmatig vlak. Deze leerlingen hebben niet de mate van ondersteuning nodig zoals leerlingen in het speciaal onderwijs dat krijgen. De leerlingen die naar kleinschalig ondersteunend onderwijs gaan hebben wel meer ondersteuning nodig dan leerlingen op een andere reguliere school.
Voor dit type onderwijs heeft de leerling geen speciale verwijzing nodig. De scholen bekijken bij de aanmelding of een leerling geschikt is, vaak met een advies van de basisschool.
Leerwegondersteuning vmbo (lwoo)
Voor leerlingen die zonder extra hulp, geen vmbo-diploma zouden kunnen halen is er leerwegondersteuning vmbo.
Bovenschoolse voorzieningen
Sommige leerlingen hebben meer ondersteuning nodig dan de basisondersteuning. Die ondersteuning kan op school, of daarbuiten plaatsvinden. Zij volgen bijvoorbeeld onderwijs in kleinere klassen, krijgen extra persoonlijke aandacht, begeleiding bij psychische problemen of zijn gebaat bij extra ondersteuning thuis. Voor deze leerlingen kan een onderwijs-zorgarrangement helpen.
Niet-schoolse voorzieningen
Voor leerlingen die dreigen uit te vallen of zijn uitgevallen uit het voortgezet onderwijs en waar geen (bovenschoolse) onderwijsvoorziening past, is er de niet-schoolse voorziening (NSV). Deze voorziening biedt tijdelijk begeleiding, coaching en ondersteuning aan jongeren in de leeftijd van 15 tot 23 jaar.
Consultatie vanuit Cluster 1 en 2
Een adviseur, afkomstig uit een Cluster 1- of Cluster 2-schoolbestuur geeft consultatie en advies over slechtziendheid en blindheid of over taal-, spraak- en gehoorproblemen.
Hij doet dit aan zowel het regulier als speciaal voorgezet onderwijs en bij de overstap van het basis- naar het voortgezet onderwijs.
LINK: terug naar school
LINK is voor leerlingen die vanwege angst of depressie niet meer naar school gaan. De school verwijst leerlingen naar LINK. Het doel van LINK is om niet-schoolgaande leerlingen terug te leiden naar school.
Robots voor leerlingen die niet naar school gaan
Een leerling die niet naar school komt, kan toch lessen volgen via een videoverbinding.
Toptrajecten
De meeste leerlingen halen hun diploma binnen het regulier onderwijs zonder al te grote problemen. Een heel enkele keer kán een leerling het wel, maar lukt het niet. Omdat de leerling slecht in zijn of haar vel zit en niemand begrijpt waarom. Omdat het thuis niet lekker gaat. Omdat een docent niet goed weet hoe een leerling te begeleiden. Of misschien wel alles tegelijk. Voor die leerlingen zijn er de Toptrajecten.
Zieke leerling (APOZ)
Er zijn leerlingen die te maken hebben met een (chronische) ziekte/lichamelijke beperking en/of psychische problematiek. Deze leerlingen kunnen hierdoor niet altijd volledig deelnemen aan het reguliere onderwijsprogramma van de school. Scholen voor voortgezet onderwijs van het Samenwerkingsverband kunnen via het Samenwerkingsverband voor deze leerlingen extra ondersteuning aanvragen. Deze ondersteuning verloopt via de Adviseurs Passend Onderwijs Zieke leerlingen (APOZ). De adviseurs zijn verbonden aan het Expertisecentrum Orion.